top of page
Zoeken
  • lotjetoe

Zeg Jungfrau, alles voor de sport..!?

Goed, de tijd is aangebroken dat ontkennen niet meer geoorloofd is. Langzaam komt het besef en sluipt er ook een lichte angst in dat de Jungfrau bergmarathon echt al over 3 maanden is en ik nu dus serieus op dingen moet gaan letten of laten. Wegkijken kan niet meer, omhoog kijken het nieuwe motto.

De oh zo vertrouwde en aangename struisvogelpolitiek en vermijdende copingstijl noodgedwongen overboord. Mijn hoofd werkt precies zoals mijn zenuwstelsel. Correctie eigenlijk is het ego sum; ik ben mijn zenuwstelsel. Want ook bij het zenuwstelsel volgt er pas een actiepotentiaal wanneer de prikkeldrempel bereikt is. Hiervoor moet de prikkel groot genoeg zijn of een snelle opeenstapeling van meerdere kleine prikkels vormen, om het ‘point of no return’ te bereiken en tot actie over te gaan. Onder deze prikkeldrempel gebeurt er namelijk helemaal niets. In dit geval heeft de prikkel tijdsfactor ongeveer 75% van het aandeel. Tijd voor het onder ogen komen, ik kijk niet meer weg, maar omhoog en zie tegenop. Ik kijk letterlijk tegen de berg op en ik kijk tegen alle gedisciplineerde fanatiekelingen op. Voor visueel ingestelde mensen zal dit duidelijke taal zijn, voor de auditieve lezers: ik hoor de berg roepen en ik luister naar de adviezen van ervaringsdeskundigen om daar wellicht gehoor aan te geven.


Deel 1: focus op de training. Vol enthousiasme bij inschrijving, daaropvolgend onmisbare gadgets en nieuwe trailschoenen. Daarnaast informatie verslinden en verdiepen in de verschillende loopschema’s, strategieën en voeding. Het voelt enigszins als een experiment die ik uit ga voeren met mijn lichaam, en een beetje experimenteren daar ben ik wel bij.

Tot dusver ben ik in de literatuur ter motivatie en voorbereiding op zo’n sportevenement vooral tegen gekomen wat je WEL moet of kan doen. Voor mij is echter tevens een zwak punt, probleem of hipper ‘uitdaging’ het NIET doen van bepaalde handelingen. Het beste voorbeeld komt van een fragment van Jochem Myjer z’n show, die lopend door de stad vanaf een terras wordt toegeroepen: ”Ha Jochem, kom erbij” waarop hij antwoord: “nee, nee dankje....geen tijd of… ach, eentje dan”. Precies ‘nog eentje dan, nog eentje dan….en dan ga ik naar huis’. Enige flessen van het een of ander later, vind ik mijzelf de volgende ochtend verkreukeld terug naast een stuk koude pizza. De enige trainingsvorm die dag wordt rekken en strekken op de sofa, het gelezen bijpassende advies luidt: “de belangrijkste training is die van rust en herstel…. “

Verleidingen liggen overal op de loer en ik moet ze met mijn laufstokken van me afslaan, mijzelf afleiden met listen. De verborgen vrucht niet zoeken, maar nog dieper begraven in het hof van Eden. Gelukkig leent juli zich perfect voor de rijm Dry July, wat mijn nieuwe mantra gaat worden. Ondanks dat ik altijd maatschappelijke trends als dry januari per definitie belachelijk maak en de draak steek met de deelnemers.

Goed, juli is natuurlijk geen januari houd ik mezelf voor, nu ik toch overstag ga. En ik heb me in juni ook niet de hele maand overgecompenseerd volgevroten en gezopen ‘omdat het toen nog kon’.


Aan deze openbaring gaat wel een zekere schaamte vooraf. Prestaties mogen aan de muur, de snelle rondes op Strava of Facebook, maar de mislukkingen houden we (ik) liever voor onszelf. Moffelen we weg ergens onder een tapijt. Soms speelt vermoeidheid op, een chaotische werkdag en dan nog niet eens te spreken over irritante pijntjes. Eerst vragen hoe hard een ander loopt om te vergelijken of je er überhaupt bij in de buurt komt. Vervolgens je tijd toch nèt iets naar beneden toe afronden. Herkenbaar? Ik zie mijn sportieve imago nu langzaamaan vervagen……

Ik vraag me af of het me meer zou helpen bij de voorbereiding van de marathon, wanneer ik de zwaktes van anderen zou kennen. Anderzijds stimuleert het idealistische beeld van de gedisciplineerde fanatiekeling, voor mijn gevoel ‘de echte sporter’, mij ook om weer een tandje bij te zetten. De vermoeidheid soms aan de kant te zetten om toch de deur uit te gaan en mijn voorbeeld achterna te lopen.


Deel 2: focus op de race. Dit is het ‘gemakkelijkste’ deel van mijn voorbereiding. Het Zwitserse landschap leent zich uitstekend voor training en afwisseling. Wat een heerlijkheid om zo dit land te ontdekken. Hoe verder en sneller ik loop; des te meer er gezien kan worden in één dag. Dat vind ik pas echt een win-win. De lente stopt de angst te verdwalen, dood te vriezen of niet op tijd terug te keren voor het donker invalt. Deze angst maakt plaats voor de angst voor spierpijn, steenpuisten en ander ongemak, wat ‘the day after’ ineens tevoorschijn zou kunnen komen. Maar ach, who cares; dat is voor latere zorg, carpe diem, leef in het nu.

Ondanks dat de natuur dit jaar drie weken op schema achterloopt door de lang aangehouden sneeuwval, doe ik niet anders dan nieuwe routes uitzoeken die ik zeker nog moet lopen deze zomer. De ene trail/tour/track nog hoger en spectaculairder dan de ander, en alles wil ik zien. Op elke top voel ik mij als Edmund Hillary en krijg ik weer kippenvel bij het zien van de vele besneeuwde toppen die de horizon domineren. Dit gevoel verandert niet, het blijft telkens weer indrukwekkend on top of the world.

En elke keer zijn de kleuren anders, de lichtinval, de tinten, de wolken: het verveelt eenvoudigweg nooit. Eigenlijk, nu ik er zo bij stil sta; die bergmarathon ik kijk er misschien zelfs wel naar uit.


Foto's: Pilatus, Stanserhorn, Stechelberg












215 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
Post: Blog2_Post
bottom of page